Dag God,
hoe gaat het met jou vandaag? Heb je gezien dat de lavendel bloeit? Vast wel. En heb je ook gezien dat het ooievaarskind is geboren? Dat ook vast wel. Het voorjaar is bijna op haar mooist, vind je niet? en ik geef het je maar na: er is niemand die mooiere dingen maakt dan jij. ‘Wat zeg je nou? Ik hoor je niet zo goed, je praat in de wind. Ah, nu hoor ik het, je praat in mijn hart. Dank je wel.’ Ik begrijp je vraag niet zo goed: ‘Wie zou ik zijn als ik niemand was? Hoe bedoel je niemand?’ ‘Nou gewoon niemand,’ zegt hij of zij, ‘als een ongeschreven blad zonder een verleden want dat is wat je elke dag opnieuw bent.’ Zo, daar moet ik even over nadenken. Dat is niet eenvoudig want ik heb geleefd, beleefd, overleefd en zelfs meegeleefd. Tja.. wie zou ik zijn als ik niemand was, als een frisse pagina in de wind? ‘Wat zeg je nu weer? Wil je dat ik een pen pak? En wat wil je dan dat ik schrijf?’ ‘Doe nou niet zo moeilijk, hou het eenvoudig, sluit een tel je ogen, adem maar even naar je hart en dan voel en droom je wie je vandaag zou willen zijn.’ ‘Nou ja, God, het eerlijkste antwoord dat ik je zou kunnen geven is liefde. Ik zou liefde willen zijn in alles. Maar ik woon in een wereld die niet altijd liefdevol is en soms raak ik het even kwijt, niet omdat ik het wil, maar omdat mijn hart een ander Lagro tikt.’ ‘Ah, ik begrijp het probleem’, zegt hij of zij. Je bent je melodie kwijt geraakt, dat klinkt niet goed, wat zou je er van vinden om een nieuwe legende te componeren? Maar wacht heel even dan blaas ik eerst even de valse noten bij je weg en hier en daar een kwalijk akkoord. Voelt het al beter?’ ‘Ja, dank je wel. Het voelt inderdaad als de zachte bries van onschuld met een vleugje vrijheid en de geur van dankbaarheid. Het voelt als fris en nieuw, als pril en blanco. Dat is heel mooi God.’ ‘Wat doe je nou?’ vraagt hij of zij, ‘wat zijn dit nu voor tranen?’ ‘Sorry, het was niet de bedoeling maar het is vast een beetje oud verdriet.’ ‘Zal ik je even zachtjes wiegen en vooruit dan ook nog maar een zachte zoen en een aai over de geleefde nerven van je hart geven?’ ‘Ja, heel graag, als dat zou kunnen. Goh… dat is echt heel fijn.’ ‘Zou je mij nu een antwoord willen geven?’ vraagt God. ‘Tja niemand. Als ik niemand ben, wie ben jij dan?’ vraag ik met een rimpel in mijn hoofd. ‘Ik?’ zegt hij of zij, ‘ik ben een levend werkwoord net als jij.’ ‘En waarom doe je zoveel moeite voor mij?’ vraag ik maar bedeesd. ‘Vrouwtje toch, het antwoord is simpel; jij maakt mij zichtbaar. Jij bent mij in beweging en ik ben de adem achter jou.’ Maar je zegt net dat ik niemand moet zijn? Ik begrijp je niet zo goed.’ Hij of zij lacht zacht: ‘maar liefje toch, als je niemand bent kun je alles zijn wie je wenst. Elke dag opnieuw. Doe maar, ga maar, leef maar en als je zo nu en dan naar mij luistert komt het helmaal goed.’ ‘Doe je dat voor iedereen?’ dring ik toch nog even aan. Hij of zij giechelt: ’wat dacht je zelf? De lucht is van iedereen en ik ben van niemand. Daarom vraag ik je om niemand te zijn. Nou vooruit ga buitenspelen. Er wacht een nieuwe dag waarvan jij alleen de melodie bepaalt.’ ‘Dag God in mij.’ ‘Dag lief mensenkind van mij.’ Uit het dagboek van vandaag.
0 Opmerkingen
|
AuthorPatty Harpenau is trainer, coach en auteur van ruim veertig boeken over menskunde waaronder The Life Codes, dat internationaal is uitgegeven. Ze is directeur van The Life Foundation, een centrum voor innerlijke groei. Archives
Juni 2021
Categories |