Ze is er...Daar lig je dan… Jij met je gouden kaft, glanzend glad papier en zoveel woorden.
Je kijkt mij aan alsof je zegt: ‘Nou, is dit wat je wilt? Wat je te zeggen en te delen hebt? Vooruit dan maar, laat mij maar ademen want ik ben dol op meereizen in diepe jaszakken en versleten tassen. En oh, ik geniet zo van zachte handen die mijn nerven aaien, of de warme blik van lezende ogen, of wellicht wel een bulderende lach en wie weet, hier en daar een ontroerde traan. Ik lig zo graag geduldig te wachten op een nachtkastje tot ik weer geopend zal worden en dan fluister ik onhoorbaar om de slaper niet te storen iets liefs in een oor. Ja, daar droom ik van, want wat is een boek zonder lezer, nietwaar? Maar nu ik je toch spreek, heb ik nog een vraag aan jou; weet je het zeker? Ben je klaar voor want in mij woont jouw leven. En iedereen die mij leest weet wie jij bent.’ Ja, ik weet het zeker, lief boek van mij. Ik schreef jou in de luwte van de zomer, in de stilte van de nacht, toen hielden wij elkaar gezelschap. Niemand die ons kon storen, er was een heilig verbond tussen de schrijver en dat wat geschreven wilde worden. Zo leerden wij elkaar kennen, een eerste prille vriendschap, vervolgens een opwindende verliefdheid en daar kwam het aroma van liefde tussen jou en mij, een bries met het parfum van inspiratie. De eerste woorden kwamen langzaam, maar toen jij echt begon te spreken vlogen mijn vingers sneller, steeds sneller, tot ik zelf niet meer wist wat ik schreef. Zo gaat dat nu eenmaal als je schrijft met bezieling, dan vervaagt de buitenwereld en is er niets om te horen, of te voelen, of te weten, noch te willen. Er restte mij niets anders dan de stille overgave aan El Duende, de innerlijke schrijverswind. Zo werd jij geboren. Ja, ik weet het heel zeker, geen twijfel over mogelijk. Maar vandaag hou ik je nog even thuis. Nog een dag ben jij van mij, van niemand anders. Morgen mag je weg en zul jij je weg vinden zoals elk boekenkind dat doet. Maar vannacht gaan jij en ik nog even samen zitten, beloof ik je dat ik je nerven zal kietelen, je gouden kaft zal strelen tot je mij giechelend vraagt om te stoppen. Nog even zal ik je wiegen, zijn jij en ik samen, en zal ik je vertellen dat ik van je hou. ‘Psst,’ fluister jij, ‘ik ben een beetje bang voor het donker. Stel je voor dat ik maandenlang ‘s nachts in een verlaten winkel op een plank moet liggen. Het lijkt mij zo onverdraaglijk eenzaam en ik zal jou zo dierbaar missen.’ Ja lief boek, ik kan je niet beloven dat je soms even moet wachten tot je naar een liefdevol huis wordt meegenomen. Maar ongetwijfeld zal dat gebeuren, want je bent een gouden boek en een zegen voor elk verlangend hart en steeds zal iemand weer van je houden. Het zal vast niet lang duren. Nee, echt niet lang. En mocht je eenzaam zijn, adem dan maar en weet dat wat in liefde geschreven is, altijd in liefde zal worden ontvangen.
0 Opmerkingen
|
AuthorPatty Harpenau is trainer, coach en auteur van ruim veertig boeken over menskunde waaronder The Life Codes, dat internationaal is uitgegeven. Ze is directeur van The Life Foundation, een centrum voor innerlijke groei. Archives
Juni 2021
Categories |