Ik ontdekte haar naam per toeval. Zomaar omdat ik googelde op mijn achternaam op zoek naar verre neven of nichten in het buitenland. Op een zwarte achtergrond dook zij in witte letters op. Haar naam staat gegraveerd in het Joodse monument met de trieste dag dat zij in Auschwitz het leven verliet. Ik wist van haar bestaan maar desondanks benam de zin op het scherm mij de adem en verscheen zij in mijn leven.
Het liet mij niet meer los want wie was zij geweest als ze de kans had gekregen om haar leven te mogen leven? Ik belde mijn oudste broer, vierentachtig jaar oud, en ging samen met mijn zus op bezoek. Zijn geheugen werd een zegen en op weg naar huis wist ik dat er een boek was geboren. Ik kroop in de huid van de hoofdpersoon, Rachel Samuel, en de eerste letters vlogen op papier. Het voorecht van een schrijver is om onvertelde verhalen aan elkaar te vlechten, personages te verbeelden of zelfs te lenen uit mijn eigen familie en ik gaf Rachel een woordenvleug uit mijn eigen leven. Zo werd ik de verteller van dit verhaal. Nee, niet de auteur, noch de romancier. De schrijver zelf is de geschiedenis van deze familie. Het is een legende, geschreven met de inkt van levende tijd en het slepende ritme van het lento. Ik vond de memoires van haar en van mijn vader in een verwaarloosde lade. Als een vergeten muziekstuk lagen ze te wachten tot er een eerste zucht zou komen die het stof ervan af zou blazen, dan een nieuwsgierige hand om de vergeelde kaften te openen en vervolgens een stem om verlaten zinnen leven in te fluisteren. Het begon allemaal op de eerste dag van mijn leven. Nee, het begon eerder, bij mijn vaders leven, en mijn grootvaders, of wellicht al ver daarvoor. Het stond al geschreven, het was al geleefd – en daarmee werd ik ongewild en onbedoeld de vloeistof waarmee een verhaal geschreven wordt. Rachel Samuel Muziek is onmisbaar voor mij, het brengt tijdens het schrijven de melodie tussen zinnen in. Op de klanken van Zwarte Riek reisde ik in het eerste deel, voor en tijdens de jaren van de Tweede Wereldoorlog, mee met de hoofdpersonen naar een Amsterdam dat huilde waar het eens had gelachen. Tante Leen en Johnny Jordaan zongen hun repertoire in het tweede deel bij een Amsterdam dat weer ontwaakte. De lievelingsmuziek van mijn Jordanese oma Dien die een hoofdrol kreeg in de roman. Het was de hese stem van Herman Brood die mij deed belanden in de hippietijd en de kunstenaarskroeg op de hoek. Ik danste de tango op weg naar Buenos Aires om de verloren broer te zoeken die was geroofd in het kamp en stampte mee met de Klezmer-muziek over de groene heuvels van Tel Aviv om haar familie te ontmoeten. Jeetje, dacht ik, wat een verhaal. Ja, het is in romanvorm geschreven om de privacy van de familie te beschermen, maar ik kan je uit betrouwbare bronnen vertellen dat ze allemaal hebben geleefd of nog in leven zijn. De herinnering aan haar staat nu gedrukt en haar bestaan is met geen gum uit te wissen. Met vertellende zinnen heb ik de vuile familiewas gewassen met de vlekkebleek van hoopvol begrip en de wasverzachter van vergeving. Ter verdediging zal ik zeggen dat ik haar onvoltooide leven eer aan moest doen. Tja… het staat nu allemaal geschreven of zoals mijn oma Dien zou zeggen: ‘Toe maar Sjeintje, doe maar want jij bent oma’s wijffie. Gewoon dapper zijn, gedane zaken nemen geen keer en je kunt ze nog altijd vertellen dat ze het lazarus kunnen krijgen. Zo doen we dat in de Jordaan.’
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
AuthorPatty Harpenau is trainer, coach en auteur van ruim veertig boeken over menskunde waaronder The Life Codes, dat internationaal is uitgegeven. Ze is directeur van The Life Foundation, een centrum voor innerlijke groei. Archives
Juni 2021
Categories |